‘Challenges of Europe: inclusion/exclusion’, dat is het project dat de universiteiten van Utrecht, Brno en verschillende andere Europese steden met elkaar verbindt. Een week lang ontmoeten Europese studenten elkaar in het Kroatische Dubrovnik. Hier discussiëren ze, presenteren ze en werken ze aan grote Europese vraagstukken. Maar bovenal leren ze de verschillende Europese culturen kennen.
Elke twee jaar reizen dertig studenten vanuit heel Europa in april af naar Dubrovnik, om daar een week te leren van professors en debatten te voeren met elkaar. Dit allemaal in het teken van Europa en inclusie en exclusie. Want wanneer hoor je ergens bij? Hoe komt dat en wat voor gevolgen heeft dat? Elke editie heeft een eigen deelthema, waarbinnen de studenten hun eigen onderwerp kiezen. De week draait niet alleen om het leren, maar ook vooral om het leren kennen van elkaar. En daarbij lopen ze natuurlijk ook tegen de culturele verschillen aan. De Tsjechische Markéta Blažejovská was een van de geselecteerde studenten van de 2012-editie. Een van de grootste verschillen volgens haar was hoe je docenten benadert. Waar het in Nederland gebruikelijk is om een informele discussie te kunnen hebben met docenten, is dat in Tsjechië ondenkbaar. Zeker in het eerste jaar.
Maar volgens Ladislav Rabušic, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Brno, is dat niet per se verkeerd. Hij staat bekend als een zeer strenge docent, met wie je niet snel in contact komt. “Het is bij ons in Tsjechië niet normaal om zomaar een docent aan te spreken”, vertelt Markéta. “Ik heb wel eens les gehad van professor Rabušic. We waren best bang voor hem en zouden hem absoluut niet tegenspreken. Gelukkig was de sfeer in Dubrovnik een stuk relaxter.” Rabušic vindt zijn strenge reputatie niet erg. Door streng te zijn geeft hij zijn studenten net dat extra zetje. Hij verwacht excellent werk en krijgt dat op deze manier ook. Als ze daar eenmaal aan gewend zijn is er tijd voor een wat informeler contact. Toch is er ook wat te zeggen voor de Nederlandse doceerstijl. Door feedback te krijgen, vragen te stellen en in discussie te gaan leer je ook enorm veel.
De studenten zien ook veel verschil onderling. Zo zijn de Balkanstudenten een stuk serieuzer bezig met de stof die ze in Dubrovnik behandelen. Begrijpelijk wel, vindt Markéta. Deze jongeren zien de besproken situaties in hun dagelijks leven gebeuren. De onderwerpen waar ze het over hebben, zijn voor hen heel concreet. Ze weten uit ervaring hoe het is. Vaak doen ze dit project dan ook om na hun studie hun eigen land te kunnen helpen.
Nederlandse studenten zijn daarentegen iets minder serieus. Er moet ook wat ruimte zijn voor creativiteit. Dit verschil is vooral te zien in hun presentaties. Waar de Tsjechische studenten gewend zijn om tien minuten lang een vooraf ingestudeerd praatje te houden, zonder al te veel poespas, vallen de Nederlanders bij het horen hiervan in slaap. De Tsjechen geven toe dat deze methode saai is, maar het is daar algemeen geaccepteerd dat presentaties nou eenmaal saai zijn. Interactief en creatief presenteren zoals de Nederlanders dat doen vinden zij dan ook een heel nieuwe ervaring. Ook zijn Tsjechen minder assertief dan de andere Europese culturen. Vragen zullen zij nooit stellen, want dan voelen zij zich dom.
Studenten van oude communistische landen zijn conservatiever. Voor de studenten uit deze eerder bezette landen is vrijheid cruciaal, omdat ze dat niet altijd gekend hebben. Ook al hebben de jongeren de onderdrukking zelf nooit meegemaakt, ze groeien wel op in een omgeving waarin hun ouders de angst wel gekend hebben.
Maar alle studenten zijn jong en houden vaak van dezelfde dingen. “Door de opkomst van het internet zijn jongeren nog meer een eenheid dan vroeger”, aldus Ladislav Rabušic. “Ze luisteren dezelfde muziek, kijken dezelfde films en gebruiken dezelfde social media. Zo voelen ze zich toch thuis bij elkaar. In Dubrovnik is er nog nooit een conflict ontstaan in deze multiculturele groepen.” En dat geeft hoop voor onze groeiende multiculturele samenlevingen.