Op de parkeerplaats rijden de lijkwagens op en af. De ene bezoeker steekt zuchtend nog snel een peuk op, de ander krijgt bij het uitstappen gelijk een knuffel. De begraafplaats is een plek waar je liever niet komt, maar voor groene uitvaartonderneemster Linda van Wel is de dood de normaalste zaak van de wereld. Sinds een paar jaar verzorgt ze duurzame uitvaarten, iets waar steeds meer mensen voor kiezen. Het aanbod met groene alternatieven wordt dan ook steeds groter.

Zo vind je op steeds meer plekken in Nederland een natuurbegraafplaats. Op de Rotterdamse begraafplaats Hofwijk vind je het natuurgedeelte helemaal aan het einde van het terrein. Onderweg loop je langs systematisch gecategoriseerde grafvelden. Vak J, vak K, vak L. Als de letters op zijn beginnen de cijfers. De graven liggen netjes in rijen. Met knuffels, bloemen en her en der een omgevallen kaars. Af en toe is er een vak leeg. Een plek voor iemand die het nu nog niet nodig heeft; het is bijna confronterend. De grauwe junidag voelt ineens toepasselijk.

Op de natuurbegraafplaats worden de bloemen niet gesnoeid en de paden niet aangeharkt. Je vindt er geen ingelijste foto’s of grote grafmonumenten. Waar ik net nog duidelijk over een begraafplaats liep, sta ik nu ineens in de natuur. Het contrast kan bijna niet groter. De graven liggen hier niet in rijtjes, maar met behulp van gps-locaties kies je hier zelf een plek. De bedoeling is dat de natuur hier z’n gang kan blijven gaan, onkruid en al. Stekelige plantjes prikken in je enkels als je even van het pad afdwaalt. Af en toe wordt het gras subtiel gemaaid, maar verder is er geen onderhoud.

Het natuurgedeelte in Rotterdam is nog nieuw. De zakken zitten nog om de pas geplante boompjes.

Dat betekent wel dat er regels zijn. “De kist en de inhoud daarvan moet bijvoorbeeld duurzaam zijn,” legt Van Wel uit. “Al is het sowieso het beste om natuurlijke kledingstoffen te begraven. Nylon panty’s verteren bijvoorbeeld niet. Als het graf dan na dertig jaar geruimd wordt, blijven er onverteerde lichaamsresten achter. Je kan je voorstellen dat dat voor een grafverzorger niet prettig is.” Ze vertelt het rustig en rationeel, maar bij het idee alleen al krijg ik rillingen.

Terwijl we lopen, knispert het schelpenpad onder onze voeten. Af en toe duikt er een lichte boomschijf in het veld op. Een graf. Het is de enige markering die hier is toegestaan. De plekken zijn willekeurig, persoonlijk uitgekozen. Veel graven zijn er nog niet, het natuurgedeelte is hier pas een paar maanden open. “Ik heb hier laatst nog met iemand gewandeld om een plekje uit te zoeken,” vertelt Van Wel. Het zijn allemaal dingen die bij haar werk horen.

‘Sommigen vinden het bos een soort dodenakker worden’

Er zijn ook tegenstanders van de natuurbegraafplaats. Zij vinden dat de natuur verstoord wordt door het begraven van lichamen. Het openhalen van de bodem zou slecht zijn voor de biodiversiteit. “Sommigen hebben het gevoel dat het bos daardoor een soort dodenakker wordt,” vertelt Van Wel. Geen gekke gedachte, bedenk ik me. Het afgelopen uur heb ik me al meerdere keren betrapt op de angst dat ik misschien wel over iemand heen loop. “Maar aan de andere kant, de beheerders van natuurbegraafplaatsen weten echt wel wat ze doen,” gaat Van Wel verder. “Er zijn regels. Zo wordt er bijvoorbeeld nooit gegraven in de buurt van de wortels van een boom. Daarnaast moeten mensen toch begraven worden. Laten we dan in ieder geval rekening houden met de natuur en bewuste keuzes maken.”

Groene uitvaartonderneemster Linda van Wel is voor haar werk vaak op de natuurbegraafplaats.

Een groene uitvaart is niet alleen een duurzame kist en biologisch afbreekbare kleding. Net als in het dagelijkse leven draagt elk onderdeel wel iets bij. Zo zijn grote bossen bloemen onnodig en is het zonde om teveel rouwkaarten te bestellen. “Maar een van de grootste vervuilers, is het vervoer,” verzucht Van Wel. Ze probeert daarom alles op een locatie te regelen, zodat gasten niet onnodig veel moeten rijden. Nabestaanden kunnen in plaats van een rouwstoet, ook voor de rouwbus kiezen. Dat is een omgebouwde touringcar met plek voor de kist en alle nabestaanden.

Het is niet de enige duurzame ontwikkeling. Recentelijk produceerde het Nederlandse bedrijf DFW Europe de eerste elektrische crematie-oven. In het Deense plaatsje Ringsted wordt de opgewekte energie van deze ovens zelfs gebruikt voor de stadsverwarming. In Groningen wordt ondertussen gewerkt aan een 100% circulair en gasvrij uitvaartcentrum. Volgens GreenLeave-voorzitter Evert de Niet moet het de meest duurzame ter wereld worden, in de hoop dat andere landen volgen.

Op de natuurbegraafplaats kan je ook de uitvaart buiten in de natuur houden

Een veel gemaakte denkfout is dat een duurzame uitvaart soberder is. Maar dat is volgens Van Wel niet het geval. “Eigenlijk kan je alles precies hetzelfde doen, maar dan met alternatieven die minder vervuilend zijn.” Ze laat voorbeelden zien van rieten manden, als alternatief voor de spaanplaat grafkist. Spaanplaat komt vaak uit het buitenland, waardoor het transport erg vervuilend is. En er zit een folieprint overheen. “Dat is een plastic laag die niet snel verteert. Het is alsof je in een tupperwaredoosje begraven wordt. Niet duurzaam en ook totaal niet nodig.”

Na de uitvaart moet er vaak een grafmonument uitgekozen worden. Vorig jaar begon Stichting GreenLeave met het project Circle Stone. Steeds meer aangesloten steenhouwers recyclen grafmonumenten. Ze maken nieuwe monumenten, maar gebruiken oude grafstenen van geruimde graven. Van Wel adviseert dit aan nabestaanden en steeds meer mensen staan daar voor open. ‘Ik wil wel iets moois’, is de meest gehoorde reactie.

“Dat is geen probleem,” vertelt steenhouwer Jeroen van Leeuwe op zijn werkplaats. “We leveren geen tweedehands opknappertjes. Het ontwerpproces gaat precies hetzelfde als bij een nieuw monument, alleen maken we nu gebruik van oud materiaal. En de impact daarvan is enorm. Het transport van steen uit China of India is ontzettend vervuilend en het is zonde als we al die oude monumenten achteraf weer weggooien, terwijl je er nog zoveel moois mee kan. Bij het eindresultaat zal je nooit zien dat het materiaal al eens gebruikt is.” Van Leeuwe staat te glunderen als hij over zijn werk vertelt. De gerecyclede grafmonumenten zijn niet bedoeld als goedkoop alternatief. Het is hetzelfde vakwerk, maar dan met een duurzaam randje.

De gerecyclede grafmonumenten zijn niet van nieuw te onderscheiden.

‘Weggooien is bijna een belediging naar de natuur’

Hij loopt er niet mee te koop, benoemt het zelfs amper. Maar eigenlijk is Circle Stone begonnen bij Van Leeuwe in Nijmegen. Jaren geleden begon hij al met het recyclen van grafmonumenten. “Ik ben altijd al het groene jongetje geweest,” grapt hij. “Collega’s kochten dikke dieselauto’s. Kwam ik met m’n Prius aan.” Steen komt uit de natuur en gaat duizenden jaren terug. Dat kan je na een grafrecht van ‘maar’ dertig jaar niet weggooien, vindt Van Leeuwe. Vaak verdwijnt het als puin onder het asfalt. “Het is bijna een belediging naar de natuur.”

Bij binnenkomst in de showroom bij Van Leeuwe loop je als eerste tegen de Circle Stone monumenten aan. De rustige, ruime showroom is een groot contrast met de drukke werkplaats. Vijf Brabantse mannen zijn daar bezig met het slijpen, schuren en graveren van grafstenen. Stenen worden hard in kleine stukken geslagen. Deze jongens blaas je niet zomaar omver. En dat is maar goed ook, want het werk op de steenhouwerij is loodzwaar. Het water spat alle kanten op. De vloer is zo nat dat je op moet passen dat je niet uitglijdt. Er komt veel hitte vrij bij het schuren en snijden van de stenen. Het water zorgt ervoor dat het koel blijft.

Het geluid in de werkplaats komt van alle kanten.

Het rolluik gaat open. De buitenplaats lijkt wel een klein kerkhof. Kriskras liggen alle stenen door elkaar. ‘In liefde gedenken wij onze lieve man en vader.’ ‘De rustplaats van onze lieve vrouw’. De grafteksten zijn overal. Dag in, dag uit wordt de hartelijke veertiger geconfronteerd met de dood. “Maar gek genoeg heb ik er geen moeite mee,” vertelt hij. “Het is ontzettend mooi werk. Elke dag weer zorg ik dat nabestaanden een eervolle herinnering krijgen. Eigenlijk is er maar een ding dat altijd lastig blijft. Dat zijn overleden kinderen,” verzucht Van Leeuwe, die zelf twee dochters heeft. “Gelukkig gebeurt dat zelden.”

Mensen dragen zelf ook graag een steentje bij aan de grafsteen van hun naaste. Af en toe komen er klanten een ochtendje meewerken. Schort om, kaplaarzen aan en koptelefoon op. Met een schuurmachine in de hand komen ze erachter dat het werk niet simpel is. Veel zullen ze dan ook niet kunnen doen, maar voor de familie is het een fijn idee dat ze mee hebben kunnen helpen aan het monument van hun dierbare.

En dat zijn steeds vaker duurzame modellen. Nog nergens anders ter wereld worden grafmonumenten op deze manier hergebruikt. De eerste Europese elektrische crematie-oven komt van Nederlandse bodem. En wie weet hebben we eind volgend jaar het meest duurzame uitvaartcentrum ter wereld. Wat de groene dood betreft, Nederland loopt voorop.